IP / DNS


Verdonck Sven

Opdracht:




IP

top
Opbouw
TCP/IP is een afkorting die in feite twee begrippen samenvat:

  • TCP: Transmission Control Protocol. Dit protocol is verantwoordelijk voor de besturing en
    controle van het gegevenstransport.
  • IP: Internet Protocol. Dit protocol is verantwoordelijk voor het transport van
    gegevens van computer naar computer.

TCP/IP is ontwikkeld door het leger van de Verenigde Staten, en heeft als doel om computers in staat
te stellen om informatie uit te wisselen. De computers kunnen ver van elkaar verwijderd zijn.

TCP/IP vormt de basis voor het hele internet, en is tegenwoordig in elk modern besturingssysteem
(Windows, Unix, Mac OS, Linux, etc) ingebouwd.
source: http://www.zowerkt.nl/internet/begrippen/tcpip.htm

top
Verschillende klassen
Er zijn verschillende adresklassen. De internet gemeenschap heeft vijf verschillende gedefinieerd om netwerken te laten beschikken over vari�rende groottes. Microsoft TCP/IP ondersteund klasse A,B en C adressen, toegewezen aan hosts. De klasse van een adres geeft aan welke bits worden gebruikt voor de netwerk ID en welke bits worden gebruikt voor de host ID. Het geeft ook de mogelijke aantallen netwerken en het aantal hosts per netwerk aan.
  1. Klasse A

  2. Klasse A adressen worden toegekend aan netwerken met een heel groot aantal hosts. De "high-order bit" in een klasse A adres wordt altijd op 0 gezet. De volgende 7 bits (die het eerste octet vervolledigen) maken de netwerk ID compleet. De overblijvende 24 bits (de laatste drie octetten) vertegenwoordigen de host ID.
    Dit laat toe voor 126 netwerken te hebben, en 16,777,214 hosts per netwerk.

  3. Klasse B

  4. Klasse B adressen worden vooral gebruikt voor middalmatig of grote netwerken. De twee "high-order bits" in een klasse B adres worden altijd binair tot 1 0 gezet. De volgende 14 bits (die de eerste twee octetten vervolledigen) maken de netwerk ID compleet. De overbijvende 16 bits (laatste 2 octetten) vertegewnoordigen de host ID.
    Dit laat toe voor 16,384 netwerken te hebben, en 65,534 hosts hosts per netwerk.

  5. Klasse C

  6. Klasse C adressen worden gebruikt voor kleine netwerken. De drie "high-order bits" in een klasse C adres worden altijd binair tot 1 1 0 gzet. De volgende 21 bits (die de eerste drie octetten vervolledigen) maken de netwerk ID compleet. De overblijvende 8 bits (laatste octet) vertegenwoordigen de host ID.
    Dit laat toe voor 2,097,152 netwerken te hebben, en host 254 per netwerk

  7. Klasse D

  8. Klasse D adressen worden gebruikt voor IP multicast adressen. De vier "high-order bits" in een klasse C adres worden altijd binair tot 1 1 1 0 gezet. De overblijvende bits zijn voor het adres dat de betrokken hosts willen herkennen. Microsoft ondersteunt klasse D adressen voor applicaties om multicast data tot multicast-capabele hosts voor een internetwerk.

  9. Klasse E

  10. Dit is voor toekomstig gebkruik, de "high-order bits" worden binair gezet tot 1 1 1 1.
DNS

top
Wat?
DNS staat voor Domain Name System. Het systeem behelst een wereldwijde gedecentraliseerde database van domainnamen die hi�rarchisch is opgebouwd. In de beginjaren van het internet waren er slechts enkele honderden computers permanent op het netwerk aangesloten. Iedere computer had een unieke naam en een adres in getallen. Alle adressen en bijbehorende namen werden destijds opgeslagen in een groot tekstbestand met de naam hosts.txt.

Dit bestand werd onderhouden en opgeslagen op een computer van het Stanford Research Institute & Network Information Centre (SRI-NIC). Alle andere machines op het netwerk haalden dit bestand met enige regelmaat via FTP vna de SRI-NIC-server. Dit ging prima, omdat de hostfile niet vaker dan 1 of 2 keer per week aangepast hoefde te worden. Maar plotseling nam het internet een vlucht. Hierdoor werd het bestand steeds groter. Daardoor moesten alle computers die op het netwerk waren aangesloten ook steeds vaker die nieuwe versie afhalen.

Alle computers bleven afhankelijk van dezelfde SRI-NIC-server en uiteindelijk ging dit problemen opleveren. Een zekere Paul Mockapetris heeft een oplossing voor dit probleem bedacht in de vorm van het Domain Name System (RFC-833). Het DNS regelt ook de vertaalslag tussen het IP-adres en de domainnaam. Iedere computer die op het internet is aangesloten heeft een IP-adres. Dat bestaat uit 4 cijfers, gescheiden door punten, bv. 212.242.48.4 Het is mogelijk een IP-adres te koppelen een een domeinnaam. Ip-adres 212.242.48.4 is bijvoorbeeld gekoppeld aan de domeinnaam www.Routit.nl.

Op het internet moet dus constant een vertaalslag plaatsvinden tussen domeinnaam en IP-adres en omgekeerd, dit doet het DNS. Daarnaast bevat het DNS informatie over welke servers binnen een bepaald domein verantwoordelijk zijn voor de fahandeling van e-mail.


top
Werking?
Het hart van het DNS wordt gevormd door name servers. Elke DNS name server is hoofdverantwoordelijk voor een bepaald gebied in een netwerk, is anders gezegd de 'primary server'. Dit gebied wordt aangeduid als 'zone'.
Een domeinnaamserverkan meerdere zones beheren, waarbij elke zone in principe ook een secondary name server heeft die als back-up dient. Met behulp vna een protocol zorgen de primary en de secondary name server er constant voor dat de informatie onderling gelijk is. ELke name server kent alle adresinformatie van de computers in de betreffende zone en van minimaal 1 andere nameserver. Wat gebeurt er nu concreet als iemand een adres van een webpagina in zijn browser intypt?

  • Wanneer u een domeinnaam opgeeft in uw browser zal de browser contact maken met de primary domeinnaamserver. Dit zal bijna altijd de domeinnaamserver van uw provider zijn.
  • De domeinnaam zal achterstevoren gelezen worden en in die volgorde wordt het adres opgezocht.
  • Deze domeinnaamserver raadpleegt met regelmaat de server die de adressen bevat van de name servers die de informatie van de belangrijkste domainen bijhouden, de Top Level Domain Nameservers (bv. .com; .be; ...)
  • Deze informatie slaat de nameserver ven de provider op. Aande hand van deze gegevens weet hij direct welke Top Level Domain Nameserver hij moet raadplegen voor informatie ove de .be-domeinen.
  • De Top Level Domein Nameserver voor de .be-domeinen zal als reactie het IP-nummer retouren van de nameserver die verantwoordelijk is voor het domein waarin uw webpagina zich bevindt.
  • De nameserver van de provider maakt vervolgens contact met die laatste domeinnaamserver. Als input krijgt deze server de domeinnaam. Hij zoekt op of er iets bekend is over "www" in het domein, waarna hij zal antwoorden met het IP-adres dat bij die machine hoort.
  • De nameserver van de provider geeft nu het IP-nummer door aan de browser. De browser maakt vervolgens via het Ip-nummer rechtstreeks contactmet de desbetreffende webserver en vraagt om de homepagina.
  • De webserver retourneert deze pagina, waarna hij in de browser verschijnt.

Dit alles duurt, als het goed is (afhankelijk van bandbreedte ed.), een aantal seconden.
source: http://www.routit.nl/support/wat_is_dns.asp