TCP/IP vormt de basis voor het hele internet, en is tegenwoordig in elk modern besturingssysteem
Dit bestand werd onderhouden en opgeslagen op een computer van het Stanford
Research Institute & Network Information Centre (SRI-NIC). Alle andere machines op het
netwerk haalden dit bestand met enige regelmaat via FTP vna de SRI-NIC-server.
Dit ging prima, omdat de hostfile niet vaker dan 1 of 2 keer per week aangepast
hoefde te worden. Maar plotseling nam het internet een vlucht. Hierdoor werd het bestand steeds
groter. Daardoor moesten alle computers die op het netwerk waren aangesloten ook
steeds vaker die nieuwe versie afhalen.
Alle computers bleven afhankelijk van dezelfde SRI-NIC-server en uiteindelijk ging dit
problemen opleveren. Een zekere Paul Mockapetris heeft een oplossing voor dit
probleem bedacht in de vorm van het Domain Name System (RFC-833).
Het DNS regelt ook de vertaalslag tussen het IP-adres en de domainnaam. Iedere
computer die op het internet is aangesloten heeft een IP-adres. Dat bestaat uit 4 cijfers,
gescheiden door punten, bv. 212.242.48.4 Het is mogelijk een IP-adres te
koppelen een een domeinnaam. Ip-adres 212.242.48.4 is bijvoorbeeld gekoppeld aan de
domeinnaam www.Routit.nl.
Op het internet moet dus constant een vertaalslag plaatsvinden tussen domeinnaam en
IP-adres en omgekeerd, dit doet het DNS. Daarnaast bevat het DNS informatie over
welke servers binnen een bepaald domein verantwoordelijk zijn voor de fahandeling
van e-mail.
Dit alles duurt, als het goed is (afhankelijk van bandbreedte ed.), een aantal seconden.
(Windows, Unix, Mac OS, Linux, etc) ingebouwd.
source: http://www.zowerkt.nl/internet/begrippen/tcpip.htm
Verschillende klassen
Er zijn verschillende adresklassen. De internet gemeenschap heeft vijf verschillende gedefinieerd om netwerken te laten
beschikken over vari�rende groottes. Microsoft TCP/IP ondersteund klasse A,B en C adressen, toegewezen aan hosts. De klasse van een adres
geeft aan welke bits worden gebruikt voor de netwerk ID en welke bits worden gebruikt voor de host ID. Het geeft ook de mogelijke aantallen
netwerken en het aantal hosts per netwerk aan.
Klasse A adressen worden toegekend aan netwerken met een heel groot aantal hosts. De "high-order bit" in een klasse A adres wordt altijd op
0 gezet. De volgende 7 bits (die het eerste octet vervolledigen) maken de netwerk ID compleet. De overblijvende 24 bits (de laatste drie octetten)
vertegenwoordigen de host ID.
Dit laat toe voor 126 netwerken te hebben, en 16,777,214 hosts per netwerk.
Klasse B adressen worden vooral gebruikt voor middalmatig of grote netwerken. De twee "high-order bits" in een klasse B adres worden altijd binair
tot 1 0 gezet. De volgende 14 bits (die de eerste twee octetten vervolledigen) maken de netwerk ID compleet. De overbijvende 16 bits (laatste 2 octetten)
vertegewnoordigen de host ID.
Dit laat toe voor 16,384 netwerken te hebben, en 65,534 hosts hosts per netwerk.
Klasse C adressen worden gebruikt voor kleine netwerken. De drie "high-order bits" in een klasse C adres worden altijd binair tot 1 1 0 gzet. De volgende
21 bits (die de eerste drie octetten vervolledigen) maken de netwerk ID compleet. De overblijvende 8 bits (laatste octet) vertegenwoordigen de host ID.
Dit laat toe voor 2,097,152 netwerken te hebben, en host 254 per netwerk
Klasse D adressen worden gebruikt voor IP multicast adressen. De vier "high-order bits" in een klasse C adres worden altijd binair tot 1 1 1 0 gezet. De
overblijvende bits zijn voor het adres dat de betrokken hosts willen herkennen. Microsoft ondersteunt klasse D adressen voor applicaties om multicast data
tot multicast-capabele hosts voor een internetwerk.
Dit is voor toekomstig gebkruik, de "high-order bits" worden binair gezet tot 1 1 1 1.
Wat?
DNS staat voor Domain Name System. Het systeem behelst een wereldwijde
gedecentraliseerde database van domainnamen die hi�rarchisch is opgebouwd.
In de beginjaren van het internet waren er slechts enkele honderden computers
permanent op het netwerk aangesloten. Iedere computer had een unieke naam en
een adres in getallen. Alle adressen en bijbehorende namen werden destijds
opgeslagen in een groot tekstbestand met de naam hosts.txt.
Werking?
Het hart van het DNS wordt gevormd door name servers. Elke DNS
name server is hoofdverantwoordelijk voor een
bepaald gebied in een netwerk, is anders gezegd de 'primary server'. Dit gebied wordt
aangeduid als 'zone'.
Een domeinnaamserverkan meerdere zones beheren, waarbij elke zone in principe ook
een secondary name server heeft die als back-up dient. Met behulp vna een protocol
zorgen de primary en de secondary name server er constant voor dat de informatie
onderling gelijk is. ELke name server kent alle adresinformatie van de computers in de
betreffende zone en van minimaal 1 andere nameserver. Wat gebeurt er nu concreet
als iemand een adres van een webpagina in zijn browser intypt?
source: http://www.routit.nl/support/wat_is_dns.asp