Hard en software-installatie
inleiding
1.hardware
2.software windows NT
3.software windows 95
4.principe van een windowsnetwerk
5.oefeningen
inleiding
Een netwerk kan opgebouwd worden volgens het ETHERNET- of TOKEN-principe
ETHERNET: heb je meestal in een busstructuur. Wanneer nodig wordt een datapakket op het
netwerk geplaatst wat aanleiding heeft tot regelmatige botsingen
TOKEN: komt voor in een ringstructuur. De token bepaalt wanneer een datapakket op het
netwerk mag getransporteerd worden.
bestaat uit kabels, stekkers en netwerkkaarten
We werken met de ethernet-standaard en onderscheiden volgende bekabeling:
coaxiale bekabeling:
Twee types kunnen gebruikt worden: thin coax en thick coax
- thin coax (type RG58)
met behulp van T-stukjes en BNC-connectoren worden de PC's met elkaar verbonden. In
het begin en op het einde plaatst men een terminator (50 ohm weerstand). Maximum
afstand: 200 meter.
- thick coax
Door zijn dikte is deze kabel moeilijker te plaatsen, bovendien vereist dit type kabel
speciale connectoren. Maximum afstand: 500 meter.
Met een dunne coaxiale kabel kan men eenvoudig en goedkoop een netwerk gaan opbouwen.
Het grote nadeel is echter dat een storing in de kabel, T-stuk of BNC-connector de verbinding
voor iedere gebruiker verbreekt. Een nieuwe PC tussenvoegen is dus moeilijk.
twisted pair bekabeling
De bekabeling van het type Unshielded Twisted Pair, kortweg UTP, heeft een sterstructuur.
Vanuit elke PC vertrekt een kabel ( soepele UTP-kabel cat. 5 met RJ45-stekkers) naar een
centrale hub. In de hub worden de elektronische verbindingen gemaakt om de apparaten te
koppelen.
Afhankelijk van het model heeft de hub 8, 12 of 16 UTP-aansluitingen en 1 aansluiting voor een
dunne coaxiale kabel. Op die manier kunnen verschillende hubs met elkaar verbonden worden.
(cascade-opstelling)
De maximale lengte tussen PC en hub bedraagt 100 meter (UTP) en 185 meter tussen hub en
hub (coaxiale bekabeling)
Deze structuur is erg veilig, immers een slechte verbinding stoort enkel de desbetreffende PC
en niet de andere toestellen in het netwerk. Men kan dus zonder problemen een PC toevoegen
of wegnemen.
De kabel is relatief goedkoop doch men heeft er meer nodig. Bovendien is hij gemakkelijk te
plaatsen. Vergeet echter niet dat een hub ook zijn prijs heeft.
mengvorm UTP-coax
Door het feit dat een hub ook een coaxiale stekker heeft, kan men UTP-netwerken met coaxiale
netwerken verbinden.
netwerkkaarten
Deze kaart zorgt voor het datatransport tussen PC en netwerk. De verschillende soorten
onderscheiden zich in snelheid en aansluitmogelijkheden.
aansluitmogelijkheden
Een netwerkkaart kan een coaxiale of een UTP-aansluiting hebben of zelfs allebei
snelheid
Een kaart met parallel tasking technologie werkt sneller dan een kaart met buffering
technologie.
- buffering:
Data wordt tijdelijk bewaard in een geheugen op de kaart. Op die manier wordt PC en
netwerk gesynchroniseerd.
- parallel tasking
Data kan rechtreeks van PC-geheugen naar netwerkkabel doorgestuurd worden. Buffering
is hier overbodig.
Ook de architectuur van de computer bepaalt de snelheid van het netwerk.
Een netwerkkaart hoort thuis in een vrij slot van de PC ook wel bus genoemd. De bus maakt de
verbinding tussen de netwerkkaart, de processor en het geheugen. We onderscheiden volgende
busbreedtes:
Hoe breder de bus , hoe sneller de data kan verplaatst worden.
opmerkingen
Windows NT kan met installeren van floppy (21) of CD-ROM. In beide gevallen heb je 3
floppies nodig die de elementaire installatiesoftware inladen. (indien CDROM eventueel eerst
aanmaken).
Men boot met floppy 1 waarna de installatiesoftware in de directory $WIN-NT$.~LS geplaatst
wordt.Na een normale installatie wordt deze tijdelijke directory automatisch gewist.
Ook vanaf een server kan men NT installeren.
Installs Windows NT.
WINNT [/S[:]sourcepath] [/T[:]tempdrive] [/I[:]inffile][/O[X]] [/X | [/F] [/C]] [/B]
[/U[:scriptfile]][/R[X]:directory]
/S[:]sourcepath
Specifies the source location of Windows NT files.
Must be a full path of the form x:\[path] or
\\server\share[\path].
The default is the current directory.
/T[:]tempdrive
Specifies a drive to contain temporary setup files.
If not specified, Setup will attempt to locate a drive for you.
/I[:]inffile
Specifies the filename (no path) of the setup information file.
The default is DOSNET.INF.
/O Create boot floppies only.
/OX Create boot floppies for CD-ROM or floppy-based installation.
/X Do not create the Setup boot floppies.
/F Do not verify files as they are copied to the Setup boot floppies.
/C Skip free-space check on the Setup boot floppies you provide.
/B Floppyless operation (requires /s).
/U Unattended operation and optional script file (requires /s).
/R Specifies optional directory to be installed.
/RX Specifies optional directory to be copied.
To get help one screen at a time, use WINNT /? | MORE
b.v. vanaf een werkstation geconnecteerd met een server die de NT-files bevat kan men zonder
floppies installeren met het volgend commando:
WINNT /B
moeilijke vragen tijdens de installatieprocedure
a. Welk een file system?
ofwel NTFS: de schijf wordt opnieuw geformatteerd
ofwel FAT: met een keuze voor formatteren of bewaren van de huidige gegevens
b. computernaam en domain-controller?
Zowel de computernaam als de domeinnaam moet uniek in het netwerk
Bij de domeinnaam kan men kiezen:
ofwel server: zie opmerkingen
ofwel primary domain-controller ( zeker indien eerste server): naam invoeren van het domein
ofwel backup domain-controller:
c. type netwerkkaart
Windows NT herkent heelwat hardwarecomponenten, zodat de waarde die voorgesteld wordt
meestal een goede keuze is. Bij oudere netwerkkaarten kunnen de vragen naar IRQ en IO-base
voorkomen. Opletten voor conflicten met andere hardware in de computer.
d. protocollen
Een protocol is een taal die gesproken wordt over het netwerk. Het eenvoudigste en snelste
protocol voor een windowsomgeving met maximum 200 computers is NETBEUI (Netbios
Extended User Interface).
e. password
Voor de speciale user: ADMINISTRATOR wordt een paswoord gevraagd. Met confirm
password vermijdt men dat men toevallig een verkeerde toets zou aangeslagen hebben. Bemerk
dat de gebruiker ADMINISTRATOR onmiddellijk alle rechten en permissies heeft en niet kan
gewist worden.
f. emergency repair disk aanmaken
Een diskette waarmee men achteraf veel problemen kan oplossen, dus zeker aanmaken. Opgelet
dit is geen BOOT-schijf!!
opmerkingen
Bij de vraag: domain-controller kan men naast primary of backup ook kiezen voor server met
subkeuzes: member of workgroup of domain.
Kiest men voor domain dan moet men de naam van een reeds bestaande primary
domain-controller invoeren en een username en password van een gebruiker die reeds bestaat
in de accountdatabase van de PDC.
In feite wordt windows NT hier geïnstalleerd als werkstation in plaats van als server. Immers
bij het administreren is het onmogelijk gebruik te maken van globale groepen en trust
relationships. (zie later)
In de root vindt men volgende files:
De boot.ini file zorgt voor een dual-boot en kan gewijzigd worden. (opgelet: read only)
Windows NT op een NTFS-systeem kan niet samen met Windows 95 of MSDOS.
Indien een combinatie Windows NT - MSDOS of Windows NT - win95 nodig is , eerst DOS
of win95 installeren, daarna Windows NT en kiezen voor FAT-systeem.
Windows NT functioneert als een non-dedicated server, in tegenstelling tot Novell waar men
werkt met een dedicated server.
De installatie van windows 95 kan vanaf floppy of vanf CDROM, bovendien kan men kiezen
voor een update (indien een vorige windowsversie reeds aanwezig is) of kan men een
volledige installatie uitvoeren.
Wij beperken ons tot de netwerkinstallatie, de component die nodig is om een connectie te
maken met een windows NT server.
De netwerkinstallatie van win95 kan als volgt uitgevoerd of gewijzigd worden:
Vanaf de desktop kiest men de eigenschappen van netwerkomgeving of kiest men voor start,
instellingen, configuratiescherm, netwerk
Volgende netwerkcomponenten kunnen toegevoegd worden:
Zorg voor volgende instellingen:
Win95 werkt met het Plug and Play-principe zodat netwerkkaarten automatisch herkend
worden.
Primaire netwerkaanmelding staat op cliënt voor microsoftnetwerken
Met de knop bestanden en printers delen kan men er voorzorgen dat:
->gegevens die voorkomen op een win95-werkstation ook door anderen in het netwerk
bereikbaar zijn, m.a.w. win95-werkstation functioneert als een fileserver.
->een printer aangesloten aan een win95-werkstation door anderen in het netwerk kan gebruikt
worden.Men spreekt in dit geval van een printserver.
Via start,instellingen,configuratiescherm,netwerk,identificate kan men de computernaam en
werkgroep bekijken en/of wijzigen.
Zoals uit het voorgaande af te leiden is, werkt een windowsnetwerk zowel als een peer to peer
als een server-client-netwerk. Vandaar volgende bedenkingen:
oefening 1:
In de administratie van een winkel heeft men volgende software in gebruik: een facturatie- ,een
boekhoudings- en een tekstverwerkingspakket. Beveiliging is niet belangrijk daar de persoon
van de boekhouding ook facturatie en zelfs tekstverwerking moet kunnen uitvoeren.
oefening 2:
In een dokterspraktijk maakt men gebruik van een patiëntenbestand, een tekstverwerkings- en
boekhoudprogramma. De dokter moet alles kunnen gebruiken en raadplegen. Secretaresse A
mag enkel een gedeelte van het patiëntenbestand en de boekhouding kunnen activeren.
Secretaresse B krijgt alleen te toelating om te werken met het tekstverwerkingspakket.
oefening 3:
schoolsituatie: klassen- en administratieserver