Men maakt een onderscheid tussen een RAS-server en een RAS-client.
Een RAS-client maakt een remote connection met een RAS-server en beschikt aldus over alle
netwerkfaciliteiten tegen een lagere snelheid.
Vandaar de mogelijkheid om bij bepaalde menu-opties te kiezen voor een low speed connection
b.v. user manager for domains, options of select domain en de optie low speed connection.
Bemerk dat een aantal opties als new global groep en select users niet meer mogelijk zijn.²
Kies de properties van network neighborhoud, services
Indien de 'remote access'- service in het 'services'-venster aanwezig is, kiest men de properties
knop. Zo niet kiest men add, remote access service
Tijdens de installatie of configuratie krijgt men de volgende vragen:
Als RAS-server kiest men meestal het tweede, tenzij men voorziet dat bij een oproep
automatisch moet teruggebeld worden; dan kiest men voor de derde optie.
We kiezen NETBEUI om een RASverbinding tussen windowscomputers te realiseren. Met
de knop configure kan men instellen dat clienten ofwel het volledig netwerk of alleen deze
computer via de telefoonlijn kunnen bereiken.
Windows NT-RAS server gebruikt dezelfde accountdatabase als NT-server zodat bij het
tot stand brengen van een RASverbinding een paswoord moet ingevoerd worden. Dit
paswoord kan bij het doorsturen, uit veiligheidsoverweging, al of niet geëncrypteerd zijn.
Er bestaan een aantal gestandardiseerde encryptiemethoden als MS-CHAP, MD5-CHAP,
SPAP en PAP. Afhankelijk van de clientsoftware kan men kiezen uit volgende instellingen
De optie enable multilink combineert verschillende fysische links (modem en/of ISDN) tot een logische bundel waardoor men de bandbreedte kan opdrijven. Opgelet zowel server als cliënt moeten de multilinkoptie aan hebben en kan enkel maar tussen NT-servers
Het installeren van RAS als cliënt op een NT-server of werkstation gebeurt op een gelijkaardige wijze als RAS-server. Voor de modem kiest men de optie dial out only en selecteert men in het netwerk het NETBEUI-protocol.
Het inbellen van de RAS-cliënt op de RAS-server configureert men als volgt:
Kiest men nu dial-up networking dan kan men uit een lijst de aangemaakte connectie kiezen en de
knop dial selecteren. Na invoer van gebruikersnaam en paswoord start het inbellen. Om te
vermijden dat men telkens het paswoord moet invoeren kan men save password activeren.
Iedereen die locaal de server kan opstarten kan nu ook de RAS-server connecteren. Het
desactiveren van een bewaard password kan via security, unsave password
Met edit, remove en clone laat toe bestaande connecties te wijzigen, wissen of te copiëren.
Dial maakt een verbinding en hang up verbreekt de verbinding. Status toont statistische informatie
over de verbinding als tijd en snelheid. Is alleen te zien wanneer de verbinding gerealiseerd is.
De locationknop laat toe verschillende inbelprocedures te creëren afhankelijk van de locatie van de cliënt b.v. via een centrale (9 als prefix) of via een rechtstreekse lijn (geen prefix).
Verder kan men via de more-knop van het dial-up networkingvenster o.a.
opmerking:
Indien RAS geïnstalleerd kan men bij het inloggen op NT onmiddellijk de optie logon using dial-up networking activeren. Onmiddellijk verschijnt het dial-up networkingvenster waaruit men een verbinding kan kiezen. Het lokaal inloggen op NT is hier dus overbodig.
Uit het menu van het externe toegang-venster kan men nog kiezen voor verbindingen, instellingen. Hier kan men net als bij NT bepalen hoe de computer moet reageren bij een verbroken verbinding.
Kan enkel wanneer dial-up networking server uit het Microsoft Plus!-pack geïnstalleerd is.
Kies het externe toegang-venster en selecteer uit het menu verbindingen, server voor externe
toegang.
In het dial-up server-venster krijgt men per modem volgende mogelijkheden:
De RAS-mogelijkheden bij win95 zijn niet zo uitgebreid als bij NT. Zo is het niet mogelijk om de win95 RAS-server te laten terugbellen.