Profiles
De administrator kan voor elke user die inlogt in het netwerk een eigen profile
maken.
Een profile bevat configuratieparameters voor de user met o.a.
- alle programmagroepen van de taakbalk
- ingestelde netwerk- en printerconnecties
- parameters ingevoerd via control panel
Opgelet: men kan eigen profiles instellen voor NTen win95 maar niet voor windows
for workgroups
1. profiles in windows NT 4.0
We onderscheiden volgende type
default profile
- in de directory %systemroot%\profiles\default user
- bevat volgende mappen
- application data: data nodig voor specifieke applicaties als een
grammaticaal controleprogramma voor tekstverwerking
- desktop: iconen op het bureaublad
- favorites: snelkoppelingen naar veel gebruikte files
- nethood: snelkoppelingen naar network neighborhood items
- personal: snelkoppelingen naar persoonlijke programma's
- printhood: snelkoppelingen naar printers
- recent: snelkoppelingen naar recent geactiveerde documenten
- send to: de randapparaten waarnaar gegevens kunnen gestuurd worden
via de send to-optie van het snelmenu
- startmenu: snelkoppelingen naar programma's
- templates: snelkoppelingen naar templates
- de Ntuser.dat-file bevat een kopie van de inhoud
van de HKEY_CURRENT_USER subtree op de lokale machine.
All users profile
- in de directory %systemroot%\profiles\All Users
- NT maakt een onderscheid tussen common program groepen,
door iedereen die inlogt te zien, en personal program groepen, alleen te zien
door diegene die ze gecre�erd heeft.
- In het All Users profile vindt men de common program groepen.
- Bemerk:
- common program groepen zijn enkel door administrators te maken
- Bij start, programs ziet men een scheidingsstreep tussen common en
personal program groepen
local users profile
- Wanneer een gebruiker een eerste maal inlogt, wordt uit het
default en all users profile een eigen profile gemaakt dat bewaard wordt in de directory %systemroot%\profiles\gebruikersnaam
- De file ntuser.dat.LOG is een backup van de
Ntuser.dat
- een local user profile is computergebonden
roaming user profiles
- maakt een user profile computeronafhankelijk
- kies start, programs, administrative tools, user manager for
domains en selecteer de profileknop bij de individuele user.
In het vak user profile path plaatst men het volledig netwerkpad naar de profilemap b.v.
\\klassen\profielen
De directory profielen moet uiteraard gedeeld staan op de profileserver.
- Van zodra de user inlogt, wordt er een roaming profile
gemaakt in de profilemap.
- Met start, settings,control panel, system,user profiles kan men
- het profile type veranderen
- het profile type kopi�ren voor andere gebruikers
- met de parameter permitted to use aangeven wie er gebruik mag van
maken
bemerk:
- maakt men gebruik van een gemeenschappelijk profile b.v. iedereen
dat betekent wijzigingen door de �ne automatisch wijzigingen voor de andere tenzij men de
file ntuser.dat hernoemt naar ntuser.man (mandatory
profile)
- het inloggen gebeurt volgens volgende procedure
- het roaming profile wordt gekopie�rd naar het local profile
- de computer start met het local profile
- wijzigingen worden in het local profile opgenomen
- bij het afsluiten wordt het local profile weggeschreven naar het
roaming profile
DUS: indien het roaming profile net
beschikbaar is, wordt opgestart met het local profile.
opgelet:
- ook hardware als scherminstellingen, schermkleuren,... worden in
het profile opgenomen
- voor het inloggen, dus voor CTRL-ALT-DEL, wordt gestart met het
system default profile te vinden in %SYSTEMROOT%\SYSTEM32\CONFIG\DEFAULT
Wijzigingen kunnen aangebracht worden via de registry in de subtree HKEY_USERS
2. profiles in windows 95
Men kan per user een eigen profile bewaren op het werkstation of men kan een centraal
profile installeren op de NT-server die door iedereen gebruikt wordt.
Welke informatie wordt in een profile bewaard?
- desktopinstellingen: uitzicht, fonts,kleuren
- netwerkverbindingen naar gedeelde bronnen zowel schijven als printers
- welke applicaties moeten voorkomen in het startmenu
Hoe het gebruik van profiles aanzetten in win95?
kies start,instellingen, configuratiescherm, beveiliging, gebruikersprofielen
Men kan kiezen uit:
opmerkingen
- De user.dat-file bevat de instellingen van de individuele gebruiker maar kan niet met
een editor gewijzigd worden. Wil men een bepaald profile doorgeven dan maakt men het aan
voor ��n user, om daarna de user.dat-file te kopi�ren in de gebruikersdirectory
- Indien men de allereerste keer inlogt men een nieuwe gebruikersnaam dan krijgt men de
vraag of de individuele instellingen moeten opgeslaan worden. Zo ja, dan wordt de
gebruikersdirectory gecre�erd en de nodige subdirectories en files als desktop, programs
van startmenu en user.dat worden aangemaakt met het default profile dat voorkomt onder de
directory windows
WINDOWS |_____DESKTOP |_____RECENT |_____STARTMENU | |___PROGRAMS |_____user.dat
|_____user.da0
- Heeft men gekozen voor alle gebruikers dezelfde voorkeuren dan wordt het default profile
gebruikt.
Win95-profiles plaatsen op een NT-server
Individuele profiles op een win95-machine zorgen ervoor dat elke gebruiker een eigen
configuratie krijgt bij het opstarten op 'deze machine'.
Wil men ervoor zorgen dat het userprofile de user achtervolgt, dan moet men het profile op
de NT-server plaatsen. Bovendien kan men er voorzorgen dat elke individuele user zijn
eigen profile kan wijzigen of dat elke user hetzelfde profile krijgt dat niet kan
gewijzigd worden.
Hoe te realiseren?
- op win95-machine
- bij netwerk moet client voor microsoft network actief zijn
- de aanmeldingsvalidering op een NT-server moet aan zodat bij het inloggen direct een
connectie met de server gemaakt wordt
- op NT-server
een gedeelde directory b.v. profielen maken op de server en zorgen dat alle gebruikers
toegang hebben De locale gebuikerssubdirectories met alle onderliggende subdirs en files
op de win95-machines naar de subdirectory profielen copi�ren.
- bij user manager for domains de individuele user selecteren en bij profile,
home directory kiezen voor connect met als drive-letter b.v. Z en bij To het volledig
path naar de gebruikersdirectory aangeven b.v. \\klassen\profielen\N16M1
Bij het inloggen op een win95-werkstation wordt een copie van het userprofile op de
NT-server op het werkstation geplaatst,waarmee win95 opstart. Brengt men wijzigingen aan
dan brengt men ze in eerste instantie op het win95-werkstation aan en wordt pas bij het
afsluiten van win95 een copie op de NT-server aangebracht.
Elke user kan dus zijn individuele instellingen veranderen, bovendien zijn ze
onafhankelijk van het toestel waarop gewerkt wordt.
Om elke user hetzelfde profile te geven dat niet gewijzigd kan worden gaat men als
volgt te werk:
- maak een lokaal profile op een werkstation m.a.w. een user.dat-file
- maak een gedeelde directory b.v. profielen op de NT-server en zorg dat iedereen de
nodige permissies heeft
- copieer het profile van de user onder de directory profielen (desktop, startmenu,
user.dat,user.da0)
- verander de file user.dat in user.man (een mandatory profile - zie NT)
- plaats de homedirectory voor elke user op connect b.v. Z en bij To het path met het
mandatory profile b.v. \\klassen\profielen; bij het inloggen zal gebruik gemaakt worden
van user.man
let op voor het volgende:
- Win95 start steeds met een lokaal profile ook al bestaat er een profile op de NT-server,
immers bij het inloggen worden beiden vergeleken en de recenste versie als lokaal
geplaatst alvorens op te starten
- Een lokaal profile van een actieve user kan men niet wissen, dus eventueel bij het
inloggen kiezen voor de knop annuleren en daarna de lokale profiles wissen
- Het kan voorkomen dat het lokale en het centrale profile verschillend zijn b.v.
wanneer het lokale profile veranderd werd zonder dat het werkstation normaal ingelogd was
door de onbeschikbaarheid van de NT-server.
In een dergelijk geval volstaat het lokale profile te wissen en opnieuw in te loggen,
immers het centraal profile wordt gecopieerd naar het werkstation
- Het is van groot belang op ��n werkstation een degelijk en volledig profile aan te
maken. Denk eraan dat ook snelkoppelingen naar programma's in de ' start menu'-folder van
het profile worden opgenomen zodat verwijzingen naar programma's op elke machine identiek
zijn.
Indien men wijzigingen wil aanbrengen aan de snelkoppelingen dan moet:
- de gebruiker de nodige rechten hebben
- bij invoer van het doel bij de eigenschappen van de snelkoppeling moet het doelpath
bestaan
- de wijzigingen uitgevoerd worden vanaf een win95-werkstation
- Achteraf wijzingen aanbrengen kan men voor desktopiconen en programma's in startmenu op
de server aanbrengen doch fonts, scherminstellingen of netwerkverbindingen worden in
user.dat bewaard en moeten op een werkstation aangebracht worden.
- De file user.dat onder de directory windows bevat het default profile dat uitgevoerd
wordt voor het inloggen op de NT-server. Zo kan het dat reeds een achtergrond geactiveerd
wordt voor het uiteindelijk inloggen. Het volstaat te annuleren bij het inloggen en de
desktopinstellingen te wijzigen (in c:\windows\user.dat).
4. extra profile parameters in NT (server en werkstation)
Kies user manager for domains, dubbelklik op een bepaalde user en selecteer de
knop profile.
Volgende keuzes kan men invoeren:
- user profile path: het path naar een mandatory of user profile voor een NT-server
of NT-werkstation
- logon script name: de verwijzing naar een file op de NT-server die automatisch
door een NT-server ,NT-werkstation of win95-werkstation moet uitgevoerd worden bij het
inloggen. Het logon script mag de extensie BAT, CMD of EXE hebben
De file moet voorkomen onder de directory %SYSTEMROOT%\SYSTEM32\REPL\IMPORT\SCRIPTS zodat
het volstaat de naam in te voeren. De programma's die in de batchfiles voorkomen, moeten
zich op het werkstation bevinden.
- b.v. een file start.bat met instructie c:\windows\calc.exe als startfile
voor een win95-werkstation plaats men in de script-drirectory van de NT-server, terwijl
start.bat volstaat als logon script name voor de user.
- local path: dit is de default directory die men krijgt indien men naar de
MSDOS-prompt gaat of wanneer men in een toepassing kiest voor save of open. Het kan geen
netwerkdirectory zijn maar is altijd op de locale machine.Bovendien reageert local path
verschillend voor NT als voor win95.
- voor NT-server: werkt enkel indien de directory bestaat
- voor NT-werkstation: de directory wordt eventueel automatisch aangemaakt
- voor win95: de directory wordt aangemaakt en het local profile wordt erin
geplaatst, maar het wordt niet de default directory als bij NT
- connect:
- voor NT-server of -werkstation: bij het inloggen wordt automatisch een
netwerkconnectie aangemaakt
b.v. Z => \\klassen\c-drive
- voor win95: de plaats waar een centraal profile voor het win95-werkstation te
vinden is m.a.w. een tijdelijke connectie wordt gemaakt om het profile te copi�ren
opmerkingen:
- Indien geen local path ingevuld dan is de default directory C:\USER\DEFAULT bij NT
- Naast %SYSTEMROOT%, %USERNAME% kan men ook gebruik maken van volgende environment
variabelen %USERDOMAIN%, %HOMEPATH% en %HOMEDRIVE%