Microsoft Exchange Server
1. Installatie
Na het starten van setup.exe kiest men een customsetup en installeert men volgende componenten:
De CD-key is dezelfde als van windows NT.
We kiezen Create a new site en voeren de organisatie- en de sitenaam in. Automatisch wordt de account Administrator aangemaakt en krijgt men de vraag een paswoord voor toegang in te voeren.
OPGELET: voor een desinstallatie moet men de setup opnieuw uitvoeren en de optie Remove all kiezen.
2. Configuratie
Kies Start, Programs, Microsoft Exchange, Microsoft Exchange Administrator. In het venster Connect to server voer je de naam van de server in. Eventueel met de Browse-knop de naam kiezen.
Het volgend scherm toont het administratorscherm voor een site met naam DOMAIN.
3. Installatie van een Internet Mail Server
Stel dat we een internetdomein met naam school.be willen creëren zodat adressen als mailto:[email protected] kunnen gebruikt worden.
![]() |
Selecteer Connections in de
sitenaam DOMAIN en kies vanuit het menu File, New Other, Internet Mail
Service.
De Internet Mail Wizard wordt gestart. |
Volgende items dienen ingevuld:
3. Aanmaken van nieuwe mailaccounts
Het e-mailadres [email protected] moet aangemaakt.
We onderscheiden 2 gevallen
3.1 De gebruiker bestaat reeds in de windows NT gebruikersdatabank
![]() |
Selecteer Recipients en uit het menu File, New Mailbox |
Volgende opties moeten ingevuld:
In de General-folder:
Klik Primary Windows NT Account, kies Select an existing Windows NT account en selecteer uit de userdatabase de gebruiker die gekoppeld wordt aan dit e-mailadres.
In de E-mail Addresses folder
Bemerk dat de aliasoptie uit de generalfolder gekoppeld is met het e-mailadres. Het e-mailadres kan met de Edit-knop eventueel gewijzigd worden.
3.2 De gebruiker bestaat niet in de windows NT gebruikersdatabank
Kies Start,Programs, Administrative Tools, User Manager for Domains;
User, New User.
Voer als username de naam van de gebruiker in
bijvoorbeeld Piet Pieters. Vergeet het paswoord niet! Klik Add.
In
het Connect to server-venster voer je de naam van de server in.
Eventueel kiezen via Browse
De overige gegevens worden ingevoerd zoals in 3.1
4. Configureren van een mailprogramma
4.1 Outlook express
Kies uit het menu Extra,Accounts, E-mail, Toevoegen, E-mail.
Tijdens de installatiewizard moeten volgende opties ingevoerd worden
4.2 Netscape 3.0
Kies uit het menu Options,Mail en News preferences
Volgende gegevens moeten ingevoerd
In de Servermap
In de Identitymap
4. Configureren van Internet Mail Service
Kies de Connections-folder en geef een dubbelklik op het item Internet Mail Service.
4.1 Internet Mail
4.2 Dail-up Connections
Om te bepalen wanneer naar het internet moet ingebeld worden om de post te halen en de lokale post te versturen. Bij de Available connections vind je de bestaande inbelprofielen die in RAS reeds geïnstalleerd werden. Bemerk dat je via de Logon Information-knop de gebruikersnaam en paswoord nodig om in te bellenop het internet , nogmaals moet invoeren.
Met de Mail Retrieval-knop bepaalt men van welk domein men de post wil ophalen bijvoorbeeld mail.school.be.
Mail ophalen kan enkel indien ETRN (is een Extended Simple Mail Transfer Protocol) of TURN (is een Simple Mail Transfer Protocol) door de internet mailserver ondersteund wordt.
Indien ETRN, dan volstaat de domeinnaam voorafgegaan door een @-teken op de post te halen bijvoorbeeld @school.be.
Indien TURN dan kan het dat men zich moeten aanmelden. Dit kan door in de security-folder de account met paswoord in te vullen.