In een concrete situatie omvat een netwerk meestal een aantal pc's die met elkaar verbonden worden. Men noemt deze pc's dan werkstations. Het is niet nodig hiervoor nieuwe pc's aan te kopen. Elke PC (of Mac) kan in principe in een netwerk geplaatst worden op voorwaarde dat er een vrij slot is om een netwerkkaart te plaatsen.
Ook een oude 286 of 386 zonder harde schijf kun je in een netwerk plaatsen. Al krijgt zo'n oude pc in een netwerk extra mogelijkheden, je moet er wel rekening mee houden dat sommige programma's gewoonweg niet kunnen werken op een oude computer omdat de processor te traag is of omdat het werkgeheugen te klein is. Zelfs als de programmabestanden en de gegevens op een snelle pc bewaard worden, zal de verwerking gebeuren met de snelheid en de mogelijkheden van de pc waarop je werkt. Een nieuwe pc zal dus sneller werken dan een oude pc. Een uitzondering hierop is de terminal server.
Als je een terminal server in je netwerk hebt staan, dan kan deze het werk doen voor een trage pc. Werkstation en terminal server wisselen enkel scherminformatie, toetsaanslagen en muisbewegingen tussen elkaar uit. Zo kun je op een verouderd werkstation toch de meest recente toepassing draaien. Maar je kunt ook over een trage netwerkverbinding - zoals het internet - van op een afstand met toepassingen op je schoolnetwerk werken.