Netwerken

Men spreekt over een computernetwerk wanneer twee of meer computers met elkaar gekoppeld worden. Ook randapparaten zoals bijvoorbeeld printers, cd-romlezers en modems kunnen in het netwerk geïntegreerd worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het aan elkaar koppelen van computers en randapparatuur levert een aantal interessante voordelen op zoals bijvoorbeeld het gemeenschappelijk gebruik van gegevens, programma's en randapparatuur.  Maar in een netwerk kun je ook met verschillende gebruikers gelijktijdig op het internet via één gemeenschappelijke internettoegang.

Omwille van deze voordelen worden netwerken steeds vaker geïmplementeerd. Je vindt ze dan ook terug in alle sectoren en domeinen van het bedrijfsleven.

Netwerken verschillen onderling sterk in grootte.

Er zijn netwerken die de oppervlakte hebben van een bepaald bedrijf of gebouw. Zo een netwerk is een LAN (Local Area Network). LAN-netwerken waren de eerste vormen van netwerken, ontstaan in het begin van de jaren 80. De toenmalige technologie liet niet toe computers met elkaar te verbinden over langere afstanden. Zowel de kwaliteit van de bekabeling alsook de softwareconcepten waren hiervoor ontoereikend.

WAN (Wild Area Network) zijn netwerken die wel over deze bedrijfsgrens heen gaan. Het zijn netwerken die bestaan uit deelnetwerken op verschillende geografische plaatsen. Een multinationaal bedrijf met kantoren in meerdere hoofdsteden zal een WAN in gebruik hebben. Het spreekt vanzelf dat gesofisticeerde apparatuur en dure bekabeling nodig zijn om de afstanden te overbruggen.

Het internet is een enorm groot WAN, maar dan een WAN dat niet aan èèn bedrijf toebehoort.

Netwerkfuncties
In de meeste gevallen zijn computernetwerken transparant voor de gebruiker. Elke gebruiker heeft een werkstation of pc verbonden met het netwerk. De gebruiker heeft nu, naast de `standaard'-mogelijkheden van de pc, toegang tot de netwerkfuncties. Werken in een netwerkomgeving betekent voor gebruikers onder andere dat ze: 

Ook in een school kunnen computernetwerken hun diensten bewijzen. Je moet dan vooral denken aan de invoering van een netwerk in de computerklas en op het secretariaat.

Waarom een netwerk gebruiken ?

Bedrijven voeren netwerken in voor het delen van data en apparatuur alsook om constante communicatie tussen werknemers te hebben.

Apparatuur.

Omdat het onmogelijk is iedereen op het bedrijf een eigen printer te geven stopt men ze in het netwerk zodat iedereen ze kan gebruiken. Naast printers kunnen ook scanners, modems, cd-rom lezers, faxapparaten … gedeeld worden met elkaar.

Data

Door data op het netwerk centraal te zetten laat men toe dat iedereen er toegang toe heeft en ook altijd over de recentste gegevens beschikt. Het centraal opslaan van de data heeft ook als voordeel dat met een backup van de computer waar deze data staat alles is beveiligd.

Zelfs bij niet gecentraliseerde data is het via een netwerk mogelijk deze te bereiken. Gegevens kunnen opgeslagen zijn op meerdere computers en zijn overal bereikbaar.

Applicaties

Meer en meer worden ook reeds applicaties gedeeld over het netwerk. Database en e-mail programma’s zijn hiervan een voorbeeld.